Sensorische Informatieverwerking paramedici

 

Sensorische Informatieverwerking (SI) is het proces van waarnemen van zintuiglijke informatie vanuit onszelf en onze omgeving, om deze informatie vervolgens te moduleren en te integreren. Het is het proces waarbij iemand start vanuit ‘trial and error’ en vervolgens met gebruik van feedback vanuit de zintuigen,  leert om te kunnen komen tot functioneel bewegen, handelen en gedrag in de ruimste zin van het woord.

Inzicht krijgen in de manier van waarnemen en verwerken in de verschillende sensorische systemen kan de professional ondersteunen in het begeleiden van de client en alle betrokken milieus, binnen het eigen therapeutisch handelen. Hierbij zal de hulpvraag van de client en zijn/haar omgeving leidend zijn.

Doel van de cursus

De cursist leert hoe de sensorische informatieverwerking (registratie, verwerking en feedback) geïntegreerd kan worden binnen het klinisch redeneringsproces. Cursisten krijgen inzicht in de verschillende manieren van reageren op sensorische informatie en de mogelijke invloed daarvan op het bewegend functioneren en de participatie van de cliënt. Er wordt vanuit een brede (niet alleen zintuiglijke) kijk op het kind/ de cliënt gekeken waar sensorische aspecten geïntegreerd kunnen worden in het methodisch handelingsplan aansluitend bij het ICF (CY) model, passend binnen het totale therapeutische proces. De sensorische informatieverwerking zal daarmee niet als op zich staande interventie/ entiteit worden benaderd, maar te allen tijde worden geïntegreerd binnen het eigen professioneel handelen van de paramedicus.
Aan het einde van de cursus zijn cursisten in staat om de binnen deze cursus opgedane kennis over de Sensorische Informatieverwerking (SI) mee te nemen binnen het totale proces van klinisch redeneren. Hierbij staat het belang van “family centered care” centraal binnen deze cursus.

De kennis over de SI kan worden meegenomen binnen het therapeutisch proces in de begeleiding van kinderen/ cliënten met hulpvragen gericht op problemen in het bewegen, de communicatie, de activiteiten en de sociale participatie. Ook de kennis over de rol die de Sensorische Informatieverwerking en de sensorische feedback kunnen spelen op bewegen en het motorische leren, kan de cursist na afloop van de cursus adequaat gebruiken binnen de therapeutische werkwijze “shared decision making”.

Voor wie

Cursus voor paramedici: (kinder)fysiotherapeuten, ergotherapeuten, logopedisten, oefentherapeuten. Andere professionals (minimaal HBO niveau) worden uitsluitend in overleg toegelaten.
Er worden twee verschillende cursussen aangeboden:

1) een cursus voor paramedici werkzaam met kinderen met/ zonder autisme en/ of (L)VB.
2) een cursus voor paramedici werkzaam met volwassenen met een verstandelijke beperking, NAH en/ of GGZ.

Het onderscheid tussen de cursussen komt vooral tot uiting bij de vertaalslag naar de verschillende doelgroepen binnen de casuïstiek.

Inhoud
  • De ontwikkeling van Sensorische Informatieverwerking: Verdiepende theoretische kennis van de zintuigen en het neurologisch proces van de sensorische informatieverwerking waarbij de cursist leert hoe deze kennis indien nodig geïntegreerd kan worden binnen het eigen therapeutisch proces van klinisch redeneren. De verschillende manieren van reageren op zintuiglijke informatie komen aan bod. Er wordt gekeken naar de mogelijke invloed daarvan op de feedback in relatie tot het bewegen, de alertheid en de sociale participatie binnen de verschillende contexten.
  • Alertheid, regulatie en co-regulatie. 
  • Theorie wordt afgewisseld met praktijkopdrachten
  • Methodisch observeren en analyseren van video beelden, waarbij de nieuw verkregen kennis geïmplementeerd wordt binnen het eigen professioneel methodisch observeren en analyseren. Van de cursist wordt hierbij een brede (niet alleen sensorische) kijk verwacht (shared decision making).
  • Kennis over a-specifieke sensorische verwerkingen (o.a. bij verschillende syndromen) worden meegenomen binnen het klinisch redeneringsproces. Daarnaast is er aandacht voor de mogelijke invloed van de sensorische informatieverwerking op veelvoorkomende hulpvragen.
  • Onderzoek naar de Sensorische Informatieverwerking: Cursisten leren de afweging te maken of aanvullend sensorisch gerelateerd onderzoek geïndiceerd is. Hierbij krijgt de cursist inzicht in en kennis van de mogelijke wederzijdse beïnvloeding van gezondheidsproblemen, motorische, cognitieve en/of communicatieve mogelijkheden dan wel beperkingen, emotionele aspecten of een veranderde context enerzijds en de sensorische informatieverwerking anderzijds. Hierbij is de hulpvraag leidend. Men leert hoe een weloverwogen keuze uit de beschikbare sensorisch gerelateerde onderzoeksinstrumenten gemaakt kan worden. Van de cursist wordt verwacht dat sensorische ondersteunde dan wel belemmerende kind-, interactie-, omgevings-en materiaal/ middelfactoren worden meegenomen binnen het klinisch redeneren.
  • Aan de hand van een klinische redeneringsmodel wordt het proces van screening tot evaluatie aangeleerd. Vanuit voorgaand genoemde, brede (niet alleen zintuiglijke) kijk op het kind/ de cliënt wordt gekeken waar sensorische aspecten geïntegreerd kunnen worden binnen de totale therapeutische interventie. Deze bredere analysemogelijkheid binnen het proces van klinisch redeneren biedt de cursist een bredere manier van kijken naar de sensorische mogelijkheden en beperkingen, die een rol kunnen spelen bij het bewegen, de motorische problemen in de activiteiten en binnen de participatie in verschillende contexten.
  • Met behulp van video analyses, klinische observaties en specifiek therapeutisch onderzoek worden sensorisch gerelateerde ondersteunende en belemmerende kind-, interactie- omgeving- en materiaal/middelfactoren beschreven.
  • Van de cursist wordt verwacht dat indien van toepassing en aanwezig (nieuwe) informatie rondom wetenschappelijke inzichten en best practice worden meegenomen binnen het proces van klinische redeneren.
  • Kennis van en inzicht in de Data Driven Decision Making (DDDM) wordt geïntegreerd binnen het klinische redeneringsproces. Dit stappenplan ondersteunt in het formuleren van een (voor het kind/ cliënt en ouders/ verzorgers) hulpvraag en vervolgens te komen tot een interventieplan waar sensorische ondersteunende dan wel belemmerende factoren gekoppeld worden aan therapeutische doelen gericht op de hulpvraag. Dit kan vervolgens worden vertaald naar het bewegend functioneren, de participatie in leef, speel, werk of woonomgeving en/ of de kwaliteit van leven.
  • De Goal Attainment Scale (GAS) wordt binnen de DDDM gebruikt om samen met ouders doelen gericht op het bewegend functioneren en de participatie te stellen en uiteindelijk te kunnen evalueren.
  • Interventies: De cursist leert gestelde hypotheses aan de hand van de verkregen gegevens uit het onderzoek en analyse om te zetten en te vertalen naar de hulpvraag van kind/ milieu en om te zetten in doelen, gekoppeld aan GAS scores. Hierbij wordt verwacht dat er een weloverwogen kritische keuze uit sensorische materiaal/ middelfactoren, omgevingsfactoren, interactiefactoren gemaakt wordt. Het methodisch handelingsplan sluit aan bij het ICF-CY/ ICF model en wordt geïntegreerd binnen het therapeutisch handelen. De cursist leert de mogelijkheden en beperkingen kennen van het toepassen van sensorisch gerelateerde aspecten binnen eigen therapeutische interventies, op basis van het best beschikbare wetenschappelijke bewijs en klinische expertise. Hierbij wordt aangesloten bij het leerproces van het kind/ de cliënt (van trail and error tot en met gebruik maken van feedback), waardoor het kind/ de cliënt kan komen tot een best mogelijke en binnen de context passende reactie.
  • Casuïstiek: Cursisten dienen de vertaalslag van onderzoek naar interventie te laten zien op een door de docent aangereikte casus. De cursist gebruikt het best beschikbare bewijs uit onderzoek, aangevuld met eigen klinische therapeutische expertise en past dit toe binnen het proces van klinisch redeneren. (Evidence based/ practice based interventies)
  • De cursist leert hoe hij/zij het kind en ouders/ andere betrokkenen ten aanzien van de sensorische informatieverwerking kan adviseren en coachen in relatie tot de hulpvraag gericht op de motorische ontwikkeling, functionele activiteiten en de participatie van het kind.
  • Cursisten werken tijdens de cursus aan de ontwikkeling van verschillende eigen competenties. Deze ontwikkeling van de eigen competenties en leerdoelen worden o.a. inzichtelijk gemaakt door middel van het schrijven van verschillende reflectieverslagen. Hierdoor wordt een individu specifieke begeleiding en zelfsturend leerproces mogelijk gemaakt.
  • Verslaglegging: De cursist leert hoe hij/ zij aan de hand van de verkregen informatie uit het totale onderzoek, de verschillende aspecten van de sensorische informatieverwerking die mogelijk van invloed kunnen zijn op het bewegend functioneren en de participatie, op een adequate manier kan verwerken in het therapeutisch verslag passend binnen de eigen professie.
  • De cursist kan na afloop van de cursus, kennis over de sensorische informatieverwerking binnen het eigen therapeutisch handelen integreren en koppelen aan functionele activiteiten en doelgerichte hulpvragen. De sensorische informatieverwerking wordt niet als op zich staande interventie gegeven, maar te allen tijde geïntegreerd binnen het professioneel handelen van de therapeut. Uitgangspunt/ doel is de participatie van het kind/ cliënt te bevorderen en zo te ondersteunen dat het kind zich optimaal kan ontwikkelen in het bewegend functioneren, spelen, motorisch leren, mobiliteit, sociaal en maatschappelijk functioneren en de (zelf)verzorging en daardoor een optimale kwaliteit van leven heeft.
  • Alle nieuw verkregen kennis zal worden getoetst door middel van het maken van een interventieplan, een eind opdracht met casus en een theoretische toets. Indien een cursist de toets of eindopdracht niet met minimaal een voldoende afsluit, zal in overleg met de betreffende cursist en docent gekeken worden op welke wijze de hiaten efficiënt verholpen kunnen worden.
Cursist

Van de cursist wordt verwacht, dat hij of zij verschillende opdrachten uitvoert, zoals het observeren van een kind, schrijven van reflectieverslagen, het opstellen van interventieplannen en het maken van video beelden. Er moet (samen met anderen) een presentatie worden gegeven van een onderzoek en interventieplan (incl. advisering omgeving) en een interventie van een kind/ cliënt waarbij Sensorische Informatieverwerking een rol speelt. Hierbij wordt gebruik gemaakt van alle opgedane kennis tijdens de cursus. Dit zijn allen inspanningsverplichtingen die voldaan moeten worden om in aanmerking te komen voor het certificaat. Bij het niet nakomen hiervan kan in overleg met de docent, worden gekeken naar een vervangende opdracht. De kosten van de verplichte studieboeken zijn niet bij het cursusgeld inbegrepen.
De totale studiebelasting is 133 uur, dat is 55 uur voor het bijwonen van de lessen en 78 uur voor het uitvoeren van de verwerkingsopdrachten.

Werkwijze

Naast de directe contact uren zal er zowel individueel als in kleine groepen worden gewerkt aan de verwerkingstaken en opdrachten. Om deze opdrachten en verwerkingstaken zo effectief mogelijk te laten verlopen wordt er tevens gebruik gemaakt van E-learning. Op deze wijze wordt video materiaal met cursisten gedeeld en kunnen vragen worden gesteld aan de docenten.

Certificaat

Op de laatste cursusdag ontvangt de cursist een certificaat, waarop het aantal studiebelastinguren en of accreditatiepunten staat vermeld. Om het certificaat uitgereikt te krijgen moet de cursist minstens 95 procent van de lessen hebben gevolgd. Daarnaast dient de cursist de video analyse/ presentatie, het maken van een interventieplan en reflectieverslagen, de eindopdracht en de theoretische toets te maken. Indien men door omstandigheden niet in staat is een gedeelte van de cursus te volgen, wordt in overleg met de docenten gekeken naar alternatieven of compensatie mogelijkheden. Blok 1, 3 en Blok 5 mogen niet gemist worden.

Accreditatie

Voor ergotherapeuten, logopedisten en oefentherapeuten zijn er 110 accreditatie punten toegekend voor het Kwaliteitsregister Paramedici. Voor fysiotherapeuten aangesloten bij Keurmerk Fysiotherapie zijn er 110 punten toegekend. Voor fysiotherapeuten aangesloten bij het KNGF zijn er voor de algemeen fysiotherapeuten én voor de kinderfysiotherapeuten 110 punten toegekend voor het vakinhoudelijk deel. Voor Psychomotore Therapeuten (PMT) en Psychomotore kindertherapeuten (PMKT) is deze scholing met 75 punten geaccrediteerd.

Praktische informatie
  • Tijdsduur: 10 dagen, bestaande uit 5 blokken van 2 dagen, verspreid over 5 maanden. De trainingen zijn van 09:30 tot 16:00 uur.
  • Trainers: Cor Reusen en Esther Fleurbaay
  • Aantal deelnemers: minimaal 10 en maximaal 18
  • Plaats: Ermelo
  • Investering: € 2.330,-. Hierbij zijn inbegrepen: Cursusmateriaal (reader en hand outs), e-learning, certificering SI, koffie, thee en lunch.
Cursusdata

1) Een cursus voor mensen werkzaam met kinderen met/ zonder autisme en/ of (L)VB;
– Voorjaar 2024: 8 en 9 februari14 en 15 maart, 11 en 12 april, 30 en 31 mei, 13 en 14 juni. **VOL** (wachtlijst)
– Najaar 2024: 12 en 13 september, 17 en 18 oktober, 14 en 15 november, 9 en 10 januari 2025, 23 en 24 januari 2025

2) Een cursus voor mensen werkzaam met volwassenen met een verstandelijke beperking, NAH en / of GGZ;
– Voorjaar 2024: 8 en 9 februari, 14 en 15 maart, 11 en 12 april, 30 en 31 mei, 13 en 14 juni. **VOL**
– Najaar 2024: 12 en 13 september, 17 en 18 oktober, 14 en 15 november, 9 en 10 januari 2025, 23 en 24 januari 2025.

Aanmeldingsprocedure

U kunt zich aanmelden voor één van de cursussen door middel van het inschrijfformulier. Deze kunt u vinden bij onze cursusinformatie op onze website: www.estasi.nl
Hiervan krijgt u een ontvangstbevestiging. Bij afmelding tot zes weken voor aanvang van de cursus kan het cursusgeld worden geretourneerd. Daarna is het totale cursusgeld verschuldigd. Wel kunt u uw cursusplek dan door iemand anders laten invullen. Bij aanmelding geldt een bedenktermijn van 14 werkdagen vanaf de datum van de inschrijfbevestiging.